Ik schrijf deze blog en columns niet omdat ik zo vol vertrouwen ben, dat kan ik u verzekeren. Nee, het is voor mij een manier om me op mijn eigen wijze uit te drukken. Zodat ik kan overwegen wat ik nu precies wil zeggen. Wat is het gevoel wat ik over wil brengen? Op papier of op deze computer gaat dat voor mij zoveel gemakkelijker dan dat ik rechtstreeks tegen iemand zou moeten zeggen wat ik van een onderwerp vind. Ik weet dat ik tijdens het schrijven geholpen word door mijn gidsen. Zij kennen mijn gedachten en kunnen me influisteren hoe ik deze het beste aan de lezer kan toevertrouwen.
Maar heb je enig idee, hoe eng het is, om te zeggen dat je een gids hebt? Laat staan, om toe te geven dat mijn schrijfsels helemaal niet van mij zijn? Dat ik alleen maar dingen doorgeef die ik diep van binnen voel, en die ik hoor in mijn gedachten. Er worden teksten gedicteerd. Heel soms kom ik zelf met een onderwerp, maar meestal heb ik geen idee wat er komt…
Maar het wordt nog veel enger. Deze stem in mijn hoofd vertelt me dat we mensen gaan helpen. Oké, dat deze stem mij heeft geholpen, wil nog niet zeggen dat dat bij anderen ook lukt? Hoe ga je dat vertellen aan mensen? Ze zullen toch zeker zeggen dat je van lotje getikt bent? Nee, de onzekerheid straalt hiervan af, dat weet ik best.
Toch zet ik mijn blog online waar iedereen kan lezen wat mij bezighoudt. Er is een soort drang in mij, waardoor ik toch op de knop “publiceren” druk. Is het de anonimiteit waardoor ik dit durf? Mensen hoeven immers niet te reageren op mijn stukjes? Of is het een soort geldingsdrang, m.a.w. moet ik zo nodig mezelf tentoonstellen vanwege mijn minderwaardigheidscomplex?
Vorige week was ik nog vol energie over mijn tweede boek en zo blij dat het eindelijk af is. Heel dapper heb ik tegen mezelf en mijn gidsen gezegd, dat ik er deze keer vol voor zou gaan. Ik zou me niet meer klein houden, ik zou gaan staan voor wat we hebben geschreven! Maar nu zijn we een paar daagjes verder en langzaam word ik weer bang. Ik merk het aan mezelf. Word ik toch weer dat verlegen kind, die niets durft. Mensen zullen het niet interessant vinden, niet apart genoeg etc. Dit soort negatieve gedachten dringen mijn hoofd weer binnen. Mijn gidsen hoor ik bij wijze van spreken alweer zuchten. Daar gaan we weer…
Hoe goed ik het boek zelf ook vind, de angst slaat weer toe. En dat is zo verschrikkelijk! Wanneer leer ik nu eens om op de Energie te vertrouwen? En laat ik dan nu mijn allergrootste angst er maar bij benoemen: ik denk /weet, dat deze Energie, deze gidsen, God zelf is! Tsja, in deze tijd over God spreken, laat staan zeggen dat je van deze Energie houdt, tsja, dan moet je wel van lotje getikt zijn! Ellen